Door middel van de ideeschetsen en de morfologische kaart zijn er vier concepten ontstaan. Om uit deze concepten een goede onderbouwde keuze te kunnen maken, wordt er gebruik gemaakt van de kardinale methode. De kardinale methode maakt duidelijk welk concept het beste aan de eisen en wensen voldoet. Dit wordt gedaan door aan alle opgestelde eisen en wensen een bepaalde weegfactor en cijfer te geven.

Voor elke eis of wens is er een weegfactor tussen de 1 en 5 gekozen. Deze weging laat zien hoe zwaar een bepaalde eis of wens wordt meegeteld in de eindscore van de kardinale methode. Hierbij geldt: hoe hoger de weegfactor, hoe belangrijker de eis of wens is.

Naast het geven van de weegfactor wordt er aan elke afzonderlijke eis of wens een cijfer tussen de 1 en 10 gegeven. Dit cijfer geeft aan hoe goed een concept aan de desbetreffende eis of wens voldoet. Hierbij houdt het cijfer 10 in dat er heel erg aan de eis of wens wordt voldaan en het cijfer 1 dat er helemaal niet aan de eis of wens wordt voldaan.

Nadat alle concepten aan de eisen en wensen zijn getoetst kunnen de eindscores van de concepten worden berekend. De eindscore van een concept kan worden berekend door voor elke eis of wens de weegfactor te vermenigvuldigen met het cijfer dat het concept voor deze eis of wens heeft gekregen. Dit wordt voor alle eisen en wensen herhaald en wanneer al deze scores bij elkaar worden opgeteld is de eindscore van het concept bekend.

Tabel 1: Kardinale methode.

Uit bovenstaande tabel blijkt dat concept 3 als beste uit de test naar voren komt, namelijk met 313 punten. Omdat deze ver uitsteekt boven de andere concepten, wordt dit concept verder uitgewerkt tot het eindontwerp. Dit is te zien onder het kopje "Vluchtvoertuig".